Opinie: Iets in het pakket? Dan moet er ook iets uit
Meer in het pakket zal nooit leiden tot minder kosten, klinkt logisch. In dezelfde week dat de zorgkosten een nieuw record bereikten, werd er in Den Haag gedebatteerd over het basispakket. Een debat dat vooral ging over wat er wel of niet moest worden toegevoegd aan het basispakket.
4 juli 2019
Op zich klinken de voorstellen niet onredelijk. Maar met iedere toevoeging zullen de kosten verder toenemen. Mijn stelling is dan ook: iets in het pakket? Dan moet er ook iets uit. Een eenvoudige strategie, maar wel een die gepaard gaat met lastige keuzes. Willen we het basispakket betaalbaar houden, dan moeten deze keuzes gemaakt worden.
In een uitzending van Zomer Met Art zag ik een hartstochtelijk pleidooi om de anticonceptiepil weer onder te brengen in het basispakket. Gratis voor iedere vrouw. Een ruimere vergoeding voor fysiotherapie voor chronisch zieken in de basisverzekering. En een petitie met als stelling: De glucosesensor is geen gadget, maar bittere noodzaak.
Het is niet toevallig dat deze geluiden plotseling zo sterk te horen waren. Het was de aanloop naar het jaarlijkse politieke debat over de omvang van het basispakket. Een politicus wil immers laten zien waarvoor hij of zij staat. Het debat werd dan ook gedomineerd door voorstellen over het uitbreiden van het pakket.
Zonder een ingewikkeld debat te bagatelliseren, ik vind het toch een beetje gemakkelijk. Lastiger is het als er een voorstel gemaakt moet worden waarbij de kosten niet verder mogen toenemen. Met iedere toevoeging aan het basispakket, word je gedwongen na te denken er ook iets uit te halen. En dat is nodig, want zorgkosten kunnen niet oneindig blijven toenemen.
Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat Nederlanders zich zorgen maken over de hoge zorgkosten. Die zorgen deel ik, er wordt inmiddels een recordbedrag van 100 miljard uitgegeven aan zorg. Een op z’n minst dubieus record. Met elke uitbreiding van het basispakket komt een nieuw record dichterbij. En daarmee komt de solidariteit, die toch al zo broos is, verder onder druk. Want iedere euro die aan zorg uitgegeven wordt, wordt door u en mij betaald via de zorgpremie en belastingen. Op dit moment is dat jaarlijks gemiddeld 5.805 euro per persoon.
Bij ieder voorstel voor uitbreiding van het basispakket, zou je moeten denken aan de zorgen van de Nederlander. Denk aan de reacties die een stijgende zorgpremie oproepen. Wil je dat de kosten niet verder stijgen, kijk dan ook kritisch wat eruit kan. Iets in het pakket, dan ook iets eruit; met iedere toevoeging aan het basispakket ook een reductie van gelijke omvang zodat de zorgkosten niet stijgen. Deze lastige keuzes vragen om durf.
En terwijl ik dit schrijf, denk ik even terug aan het betoog van Wouter Bos. De oud-minister van Financiën appelleerde vorig jaar bij zijn afscheid als bestuursvoorzitter van het VUmc aan deze lastige keuzes. Niemand durft te kiezen terwijl keuzes onvermijdelijk zijn als het geld op is. Besluiteloosheid noemde hij het zelfs in de Volkskrant.
Geld en zorg zijn onherroepelijk aan elkaar verbonden. Er is geen plank waar miljarden euro’s liggen te wachten om uitgegeven te worden, dat geld zit in de portemonnee van de Nederlander. Keuzes over het basispakket hebben direct invloed op de premie. Zorg is waardevol maar niet gratis, maar dat lijken we wel eens te vergeten. De meerderheid van de Nederlanders wil alternatieve zorg in het basispakket, dit bleek vorige week uit onderzoek van het Centraal Bureau voor Statistiek. Hoeveel extra premie heeft de Nederlander hiervoor over? Die vraag bleef onbeantwoord, want dat was niet meegenomen in het onderzoek.
Ik maak me zorgen. Solidariteit is geen vanzelfsprekendheid die je oneindig kan rekken. Het is een kostbaar goed dat wij in Nederland hebben. De komende tijd wil ik graag in gesprek gaan met de mensen die deze lastige keuzes moeten maken. Want zonder na te denken over wat er uit het basispakket kan, kan er wat mij betreft voorlopig ook even niets in.
Joep de Groot
Bestuursvoorzitter zorgverzekeraar CZ